RD - Hoe kan ik als ondernemer nabestaandenpensioen opbouwen? - André van Luijk

Artikel van André van Luijk in het RD

In loondienst hebben veel mensen een pensioenregeling. Via deze regeling bouw je naast je eigen pensioen vaak ook een nabestaandenpensioen op. Wat is dit voor soort pensioen en heeft iedereen die werkt dit?  

Pensioen is een inkomensverzekering voor als het inkomen wegvalt bij ouderdom, arbeidsongeschiktheid of overlijden. Als je in loondienst bent en er is een pensioenregeling, dan is er bij overlijden vrijwel altijd ook een nabestaandenpensioen. Dit ligt vast in de secundaire arbeidsvoorwaarden. Vaak kijken mensen niet goed naar deze voorwaarden. Als je bijvoorbeeld switcht van de ene werkgever naar de andere werkgever, kun je er mogelijk in inkomen wel op vooruitgaan, maar op secundaire arbeidsvoorwaarden juist achteruit. Ik ken een voorbeeld van jaren terug –niet in onze eigen praktijk– waarbij iemand geswitcht was van werkgever en kort daarna overleed. Bij zijn nieuwe werkgever bleek hij geen nabestaandenpensioen op te bouwen.  

Ook bij ondernemers speelt dit. Wie voor zichzelf begint als ondernemer en begint met pensioenopbouw, denkt vaak niet aan het nabestaandenpensioen. Maar hoe is het inkomen geregeld bij overlijden voor degene die achterblijft met de kinderen? In een pensioenregeling zit er niet direct zichtbaar een risicoverzekering verwerkt in de premie, waardoor er een nabestaandenpensioen is bij overlijden. Als ondernemer kun je dit ook doen. Ik zal dit laten zien met een voorbeeld. Stel: je bent 37 jaar en legt 500 euro per maand opzij voor je pensioen. Als je dit bedrag in een breed gespreid fonds belegt, kun je over een periode van dertig jaar ongeveer 500.000 ton aan vermogen opbouwen. Je hebt op die manier alleen pensioen als het inkomen wegvalt bij ouderdom. Als je ook wilt dat er voldoende inkomen is bij een vroegtijdig overlijden, dan stijgt het te betalen bedrag van 500 naar 520 euro per maand. Je kunt op deze manier zelf ook een nabestaandenpensioen regelen. Het bovenstaande is een eenvoudig voorbeeld, uiteraard spelen er meer factoren een rol.  

Het bovenstaande voorbeeld kun je uitbreiden met arbeidsongeschiktheidspensioen. Decennialang was er in Nederland een zeer goede verzorgingsstaat. Nu de kosten van de vergrijzing oplopen en er tegelijkertijd minder kinderen geboren worden, staat de verzorgingsstaat steeds verder onder druk. De overheid beperkt allerlei regelingen –zoals bijvoorbeeld de AOW– en verwacht meer verantwoording van zowel de werkgever als de werknemer. Maar in gesprekken lijkt er in het collectieve geheugen van de mensen nog steeds het besef te leven dat er uiteindelijk overal wel een regeling voor is. Helaas is dit steeds minder vanzelfsprekend. Bij het switchen van werkgever moet je daarom heel scherp zijn op wat er aan secundaire arbeidsvoorwaarden is. En als je ondernemer wordt, moet je al zo veel regelen, dat (nabestaanden)pensioen en arbeidsongeschiktheidspensioen niet hoog op het prioriteitenlijstje staan. Toch is het belangrijk om hier bij de start van je onderneming scherp naar te kijken.  

Bekijk het artikel op RD

Vorige
Vorige

Holland Gold - Woekerpensioenen, debanking en CBDC - Ab Flipse

Volgende
Volgende

RD - Hoe bouw ik zelf een goed pensioen op? - André van Luijk