Deel 5 | Artikelreeks Oorlogseconomie | De inflatie van de oorlogseconomie | André van Luijk

Artikel: André van Luijk

Inflatie was jarenlang een vergeten begrip. We leerden erover tijdens economie, maar in het dagelijks leven hadden we er nauwelijks last van. Tot de recente sterke stijging ons eraan herinnerde wat inflatie werkelijk betekent.

Hoe ontstond die plotselinge opleving? Na de kredietcrisis van 2008 werd de oplossing gezocht in nóg meer schulden: enorme hoeveelheden geld stroomden het financiële systeem in. Dit kapitaal vond zijn weg naar aandelen, vastgoed, goud, bitcoin en andere bezittingen. De supermarktprijzen stegen wel, maar gematigd, waardoor het leek alsof er weinig inflatie was. Deze stijging van alles wat waarde heeft noemen we assetinflatie.

Toen vervolgens de aanvoerketens stokten (corona), de energieprijzen stegen en geopolitieke spanningen toenamen, werd inflatie vooral daaraan toegeschreven. En deels terecht: schaarste drijft prijzen op. Maar het extra geld in omloop werkte als een schuivende lawine. De cocktail van schaarste en overvloedig geld veroorzaakte de piek in inflatie. Inmiddels lijkt de situatie grotendeels onder controle, maar het prijsniveau blijft voor consumenten merkbaar hoger dan vóór de crisis.

Inflatie en oorlog

Dat brengt ons bij de oorlogseconomie. Of er nu een acute oorlog uitbreekt, een snelle militaire opbouw zonder oorlog, of een combinatie van beide: in alle scenario’s zal inflatie oplopen. Bij een directe oorlog fors, bij louter wapenopbouw gematigder, maar altijd merkbaar.

De geschiedenis laat zien dat oorlog en inflatie vaak onafscheidelijk zijn. Zodra een samenleving massaal middelen voor defensie moet vrijmaken, verandert de economie fundamenteel. We zien telkens hetzelfde patroon: geldcreatie, rantsoenering, inflatie en uiteindelijk een zwarte markt.

Omdat oorlogen doorgaans duurder zijn dan belastinginkomsten, drukken staten extra geld bij of geven oorlogsobligaties uit. Tegelijk verdringen defensie-uitgaven gewone investeringen, wat schaarste veroorzaakt. Beide factoren – extra geld en tekorten – jagen de inflatie aan. Zelfs als er pas later een conflict uitbreekt, is een periode van structureel hogere inflatie waarschijnlijk onvermijdelijk, met name voelbaar voor lagere inkomens. Overheden proberen dit vaak te dempen via prijsplafonds of rantsoenering. De recente discussies over ‘graai-inflatie’ en regulering laten zien hoe zo’n debat er in de praktijk uitziet.

Europese afhankelijkheden

Voor Europa speelt nog iets extra’s. Economisch en militair zijn we sterk afhankelijk van de VS. Omdat we veel wapens daar bestellen en tegelijk steeds meer energie en andere producten moeten importeren uit de VS en elders, zullen we vrijwel zeker inflatie importeren. Handelstarieven en de verschuiving naar nieuwe leveranciers maken import bovendien duurder. De euro kan daardoor verzwakken tegenover de dollar, al spelen renteverschillen en vertrouwen in de eurozone hierbij ook een grote rol.

Daarnaast is er een structureel tekort aan arbeidskrachten. De piek van de vergrijzing ligt tussen 2025 en 2035, waardoor de krapte alleen maar groter wordt. Een deel van de schaarse arbeid zal bovendien nodig zijn voor defensie en toeleveranciers. Mocht er daadwerkelijk een oorlog uitbreken, dan kunnen jonge mensen zelfs direct aan het front ingezet worden. De druk op arbeid en goederen zal dus verder oplopen.

We willen intussen geen goedkoop gas meer uit Rusland en beperken liever ook onze afhankelijkheid van andere BRICS-landen. Daarmee groeit onze kwetsbaarheid richting de VS. Verminderen van die afhankelijkheid is wenselijk, maar zeker geen eenvoudige opgave.

Spanningen in Europa

Voor de Europese Centrale Bank (ECB) wordt het steeds lastiger om inflatie te beteugelen. Zeker omdat reserves in veel landen al onder druk staan. Zuid-Europese landen kampen met hoge schulden en kunnen zich geen hogere rente veroorloven. Verdere ingrepen in de economie lijken daardoor onvermijdelijk.

En dáár gaat mijn volgende artikel over.

Op 10 oktober is een GRYP-event over de impact van de oorlogseconomie met Bart Brands, Wybren van Haga en Ab Flipse. Wil je ook komen? Bestel hier je ticket(s). Vol = vol!

Volgende
Volgende

Is sparen nog wel verstandig nu de inflatie hoger is dan de spaarrente? | RD | André van Luijk