Wat is de rol van goud in de permanente portefeuille? | André van Luijk
Artikel: André van Luijk
Tijdens mijn opleiding Master of Financial Planning stelde ik een vraag over de permanente portefeuille. De reactie van mijn docent was veelzeggend: “Adviseer je goud aan je klanten? Dat meen je niet. Je hebt er niets aan. Het levert geen dividend op, het is geen grondstof en in het financiële systeem heeft het geen functie.” Die docent was beleggingsadviseur bij een grote financiële instelling en adviseerde uitsluitend in eigen mixfondsen. Daarmee raakte hij, waarschijnlijk onbedoeld, precies de kern van het probleem.
Waarom goud niet past in het denkkader van banken
Goud past niet in het traditionele analysekader van banken. Het heeft geen kwartaalcijfers, geen winstverwachtingen en geen onderliggende onderneming. Je kunt er geen voorspellingen op loslaten over sectorontwikkelingen of toekomstige kasstromen. Voor goud heb je een ander type analyse nodig dan de analyse die bij banken gangbaar is. Dat verklaart ook waarom vrijwel geen enkele grote bank een fonds met goud aanbiedt. Banken adviseren in de praktijk vooral wat zij zelf kunnen leveren. Niet omdat goud geen waarde heeft, maar omdat het buiten hun productaanbod en verdienmodel valt.
Er bestaan wel fondsen met een goudcomponent, maar die zijn vaak ondergebracht bij kleinere financiële instellingen en kennen meestal een hoge instapdrempel. Wie met een lager bedrag in goud wil beleggen, komt al snel uit bij een aparte goudrekening naast de overige beleggingen.
Beleggen in goud is institutioneel onaantrekkelijk
Op wereldschaal zou het overigens niet werken als iedereen een kwart van zijn vermogen in goud zou aanhouden, zoals de permanente portefeuille suggereert. De hoeveelheid beschikbaar goud is daarvoor simpelweg te beperkt. De prijs zou explosief stijgen of het aanbod zou tekortschieten. Dat neemt niet weg dat het voor de individuele belegger juist wél verstandig kan zijn om goud aan te houden.
Goud als bescherming van koopkracht
Goud is geen middel om snel rijk te worden en ook geen rendementsturbo. Het is vooral een manier om koopkracht te behouden. Een gouden munt vertegenwoordigde honderd jaar geleden voldoende waarde voor een duur maatpak, en dat geldt vandaag de dag nog steeds. Hoewel goud geen dividend oplevert, liggen de langetermijnrendementen van goud, aandelen en vastgoed — gecorrigeerd voor inflatie — niet ver uit elkaar.
Goud in crisistijden
Wat goud onderscheidt, is zijn gedrag in tijden van onzekerheid. Al ruim 6000 jaar fungeert het als betaalmiddel en vertrouwensanker. In periodes van oorlog, hoge inflatie, financiële crises of systeemstress grijpen mensen intuïtief terug op goud. Niet omdat het spectaculaire rendementen belooft, maar omdat het blijft bestaan. Bij paniek kan ook goud tijdelijk dalen, maar in de meeste zware marktcorrecties zie je juist dat goud zijn waarde behoudt of stijgt terwijl andere beleggingen fors onder druk staan.
De functie van goud binnen de permanente portefeuille
Binnen de permanente portefeuille vervult goud daarom een duidelijke rol. Het is geen groeimotor, maar een stabilisator. Het dempt het kortetermijnrisico en helpt beleggers om hun portefeuille intact te houden in onrustige tijden. In de praktijk zie ik dat dit effect minstens zo belangrijk is als het rendement zelf. Beleggers die grote verliezen ervaren, hebben de neiging op het slechtst denkbare moment uit te stappen. Goud helpt niet alleen de cijfers, maar ook het gedrag van de belegger.
Over risico’s, rust en bescherming
Opvallend genoeg laat de permanente portefeuille op lange termijn een stabiel en aantrekkelijk rendement zien, terwijl het risico beduidend lager is dan bij een eenzijdige aandelenportefeuille. Er zijn periodes waarin goud het langdurig slechter doet dan aandelen, maar het omgekeerde komt net zo goed voor. Door niet te proberen te voorspellen en vast te houden aan een vaste verdeling, wordt niet geprobeerd slimmer te zijn dan de markt, maar wordt juist gebruikgemaakt van haar onvoorspelbaarheid.
De exacte verdeling hoeft daarbij niet dogmatisch te zijn. Afhankelijk van de persoonlijke situatie kan een andere verhouding beter passen. Voor wie vooral rust en bescherming zoekt, kan een extra goudcomponent logisch zijn. Wie juist meer risico wil nemen, kan daar anders in staan. Wel geldt dat een volledig eenzijdige keuze — of dat nu 100% goud of 100% aandelen is — dezelfde kwetsbaarheid kent: een paar magere jaren kunnen de vermogensopbouw flink verstoren. Juist de combinatie van verschillende vaste waarden zorgt voor stabiliteit en een gezond rendement.
Goud als fundament, niet als gok
Goud is daarmee geen speculatieve toevoeging, maar een fundamenteel onderdeel van een robuuste beleggingsstrategie. Niet om de toekomst te voorspellen, maar om erop voorbereid te zijn.
! Het bovenstaande is geen advies !